Digitale steunbetuiging burgerinitiatief en het ambtsgebed

Uit de gemeenteraad van 28 juni 2016: digitale steunbetuiging burgerinitiatief en het ambtsgebed


Agendapunt 20. burgerinitiatief

Wij stemmen in met het raadsvoorstel van presidiumvoorzitter en griffier. Het betreft de mogelijkheid van het elektronisch verzamelen van ondersteuningsverklaringen, niet het indienen van het initiatief. Dat dient nog steeds schriftelijk te gebeuren (artikel 4, lid 1). In artikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat aan het vereiste van digitale ondertekening is voldaan als de methode die daarbij voor authentificatie is gebruikt voldoende betrouwbaar is, ‘gelet op de aard en de inhoud van het elektronische bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt’. Dus, als gegarandeerd is dat slechts 1x vanaf hetzelfde IP-adres kan worden ingestuurd en er controlemogelijkheden zijn en die ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, is dat voor ons voldoende.


Agendapunt 23. Reglement van orde van de raad

Het Reglement van orde was aan een update toe: net als de raad is ook het reglement waarnaar de raad dient te handelen dynamisch van aard. De spreektijdenregeling was het meest dringend, die is al ingevoerd en werpt nu al zijn vruchten af. 

De opzet nu is overbodige artikelen te verwijderen, de onderwerpen beter te groeperen en de taken van presidium, fractievoorzittersoverleg en werkgeverscommissie duidelijk te benoemen. Een seniorenconvent steunde immers niet op enige grondslag en had een sterk achterkamertjeskarakter. Met een gereguleerd fractievoorzittersoverleg is daar een einde aan gekomen. 

De laatste wijzigingen uit het presidium (de termijn in artikel 43 voor het beantwoorden van technische vragen was 10 dagen, maar is op verzoek van de burgemeester gewijzigd naar 4 weken en de vragen conform art. 44 zullen bij voorkeur schriftelijk worden gesteld) zijn abusievelijk niet in het raadsbesluit opgenomen. Dat moet dus worden hersteld.


Dan het ambtsgebed.

De werkgroep onder leiding van de presidiumvoorzitter (Ben van der Stee, Piet Vreugdenhil en ondergetekende) heeft artikel 15 ongemoeid gelaten wat betreft het ambtsgebed en dit aan het politieke speelveld overgelaten. Al in 2006 gaf de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezien de ontkerkelijking in Nederland – en de daarmee samenhangende discussies in gemeenten over het ambtsgebed - in een brief aan dat de regering het ambtsgebed weliswaar niet in strijd acht met de scheiding tussen kerk en staat en in het RvO mag worden opgenomen, maar onder voorwaarden: deelnemers mogen niet verplicht worden aan het gebed deel te nemen en de voorzitter mag ook niet verplicht zijn in het gebed voor te gaan. Zo ja, dan zou het RvO op dat punt voor vernietiging worden voorgedragen.

We zijn nu 10 jaar verder en de ontkerkelijking heeft zich doorgezet. In Westland zijn er van de acht politieke partijen slechts twee die hun religieuze overtuiging en hun politieke werk aan elkaar verbinden. De veranderende tijdgeest maakt dat een belangrijk deel van de raadsleden - ongeacht hun particuliere geloofsovertuiging - zich niet thuis voelt bij, danwel geen prijs stelt op het openings- en sluitingsgebed.

Nu het RvO is geactualiseerd is het moment aangebroken het ambtsgebed, dat nu nog in het RvO als ‘kan-bepaling’ is opgenomen, maar ondanks dat altijd wordt uitgesproken, uit het RvO te schrappen. Wij dienen hiertoe dan ook samen met D66 een amendement in. 

Evaluatie van dit nieuwe Reglement is voorzien in 2017. Dus laten we allen alert zijn op ongewenste effecten of omissies.


Wat betreft het amendement van het CDA voor een moment van bezinning: daarop stelt de VVD geen prijs, zeker niet als onderdeel van het reglement van orde. 

---

Elly van der Wilk, e.vander.wilk@vvdwestland.nl