Gemeenteraad 16 februari 2016

Voorzitter,

Het raadsbesluit over tijdelijke opvang van 275 mensen in het Polenhotel in Wateringen gaat over het uiten van wensen en bedenkingen. Het college is wijs genoeg te zoeken naar betrokkenheid en draagvlak, zeker van het hoogste orgaan van de gemeente, de raad. Ondanks een mogelijk formele verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen is dit geen exclusieve taak van het college. Dus wij zullen ongevraagd een eindoordeel geven.

Onze fractie houdt absoluut rekening met de gevoelens van de inwoners – voor en tegen, zoals blijkt ook uit de bijdragen van de insprekers, waarvoor dank, in de verrassende verhouding 8 voor en 5 tegen - maar als volksvertegenwoordigers moeten we de belangen afwegen van enerzijds onze bevolking en anderzijds de verplichtingen van de gemeente t.a.v. de landelijke vluchtelingenproblematiek inclusief een afweging over de veiligheid van alle betrokkenen. We hebben veel gesproken met Wateringse ondernemers en met de voorzitter van de Stichting BIZ en de VvE Zwethove (André van der Goes). Wij begrijpen ook hun zorgen. Ik kom hier later op terug.

We zijn blij dat er nu een concreet voorstel ligt voor asielzoekers. VVD Westland vindt dat ook Westland – naar vermogen – zijn steentje bijdraagt en dat dit een kwestie van beschaving, van medemenselijkheid is. Mensen in nood help je, zeker in onze welvarende en geordende Nederlandse samenleving. Wij zijn voorstander van voorzieningen voor statushouders, mensen die als vluchteling zijn erkend en net als Nederlanders rechten en plichten krijgen. Zij hebben recht op huisvesting, scholing en financiële ondersteuning. In hen kan je als samenleving investeren.

De VVD wil dan ook dat de vergunninghouders uit de Wateringen-groep zo veel mogelijk in Westland worden gehuisvest. Het mes snijdt dan aan twee kanten: je helpt mensen die erkend vluchteling zijn en zet voor de huisvesting vooral in op gezinnen, een wens die in de raad al eerder is geuit. Daarvoor zou de sociale woningvoorraad bij voorrang worden uitgebreid. We horen graag hoe het daarmee staat.

De opvang in het Polenhotel is een zakelijke transactie van een particulier met het COA, waar de gemeente vrijwel geen invloed op heeft. Draait de gemeente wel op voor de gevolgen van die zakelijke transactie? Daar gaan onze vragen over, verdeeld in technisch, principieel en vanuit de bevolking bezien.

Technisch

  1. Per wanneer komen deze mensen? Zijn er nog meer groepen in Westland te verwachten en zo ja, op welke termijn?
  2. Hoe tijdelijk is tijdelijk? Er is sprake van ‘tijdelijke opvang’ van 2 x 2 jaar (voor de locatie, niet per asielzoeker)
  3. Het college werd kennelijk verrast door de zakelijke overeenkomst tussen hotel en COA. Welke ruimte was er voor de gemeente om hieraan geen medewerking te verlenen?
  4. In de media was er ook sprake van uitgeprocedeerde asielzoekers. Graag uw visie op dit gerucht.

    Principieel
  5. Volgens de definities van het Bestuursakkoord is hier sprake van reguliere opvang (AZC). Een AZC wordt door het COA geëxploiteerd, o.a. door gebruik van migrantenhuisvesting. Waarom wordt deze opvang geen AZC genoemd, waarbij het COA verantwoordelijk is voor b.v. onderwijs van de kinderen, dagbesteding, taaltraining? Mist de gemeente hierdoor gelden van het Rijk?
  6. Het centrum van Wateringen ligt op ruim 2 km afstand van dit bedrijventerrein. Is dat vanuit de integratiegedachte een ideale locatie?
  7. Of hoeven deze mensen feitelijk niet te integreren, omdat de asielzoekers wellicht worden teruggestuurd en de vergunninghouders niet in Westland worden gehuisvest? Wat is dan in dit verband de ratio van integratie?
  8. Ik zei het al eerder: waarom niet investeren in de statushouders onder de op te vangen groep, door ze juist wel zo veel mogelijk in Westland te huisvesten? Ze zijn al bezig met integratie, zo blijkt uit uw voorstel. Dan hebben we een win-win situatie: je helpt mensen die recht hebben op huisvesting, voor een groot deel zijn ze al geïntegreerd en ze tellen mee in de taakstelling van de gemeente. Met D66 komen we hiervoor met een motie.
  9. Bovendien kan de toedeling van het COA dan vooral gericht zijn op gezinnen. Dus college, grijp uw kans!
  10. Kan de gemeente garanderen dat de mensen een zinvolle dagbesteding krijgen en zo ja, wie regelt dat? Mogen ze werken? We weten van ondernemers die ze graag werk bieden.
  11. Kinderen hebben recht op onderwijs. Hoe zit het met het onderwijs van ongeveer 25 kinderen? We vragen opnieuw: zijn er schakelklassen geregeld en zo ja, in welk dorp? Wie betaalt dat? De schoolbesturen kunnen dit niet.

    Burgers en bedrijven
  12. Wij hebben begrip voor de zorgen die er bij de bevolking zijn ontstaan. Mensen vlak uit de buurt die aangeven dat ze ’s zomers niet meer in hun tuin durven te zitten, het mag niet waar zijn. Toch willen we geen voeding geven aan het sentiment dat al deze mensen een bedreiging vormen voor de Westlandse bewoners en bedrijven. Wel eisen we voldoende beveiliging, ook voor de asielzoekers zelf. Dus, hoe is in het algemeen de veiligheid gegarandeerd?
  13. Zijn de aannames van de advocaat van een 15-tal Wateringse ondernemers juist: zijn er andere ruimtelijke belemmeringen, wat zijn de gevolgen voor de planologische procedure en kan er voor het aflopen van de procedure al met de opvang worden gestart?
  14. Bij de ondernemers van het bedrijventerrein bestaan grote zorgen, over de bestaande milieu-categorieën 4.2 en 5.2, hun veiligheid en de verkeersveiligheid, de waarde van hun panden, verlies aan inkomsten en de schoonhoudnormen van de omgeving waar ze juist zo trots op zijn. Zij mogen op geen enkele manier in hun bedrijfsvoering gehinderd worden.
  15. Ondernemers zitten op een bedrijventerrein om te ondernemen. Kan het college garanderen dat voor de opgesomde zorgen alle aandacht bestaat en dat de ondernemers garanties krijgen dat zij geen enkel nadeel van de situatie zullen ondervinden? Staat het college daarvoor garant? De ondernemers ontvangen de garanties t.a.v. bedrijfsvoering graag zwart op wit.

Voorlopige conclusie
De opvang van 275 mensen is kleinschalig te noemen, als je dit afzet tegen AZC’s met 600, 1000, 3000 mensen, en in relatie tot een bevolking van 105.000 inwoners. De aard van de opvang – AZC? – en de bijbehorende rol van het COA en de bekostiging is nog niet duidelijk. De locatie is voor de Westlandse situatie de minst slechte optie, op een bedrijventerrein in een vrijwel leegstaand hotel, maar vraagt veel van de asielzoekers qua scholen en dagbesteding. De mensen in de buurt moeten zich veilig blijven voelen, ondernemers op het bedrijventerrein moeten garanties krijgen voor een ongestoorde bedrijfsvoering. Zij moeten veilig kunnen blijven ondernemen.

Graag horen wij wanneer het college een beslissing neemt.Al met al een kleine plus, met veel vragen. Richting de heer Keizer: de VVD wil graag de doorslag geven, maar zou ik tegen het college zeggen: overtuig ons!

Elly van der Wilk