Internationaal doet het verschijnsel
‘pleinburger’ zich voor: ‘gewone’ burgers die op een centraal plein samenkomen om
politieke besluiten te betwisten. Het is actievoeren ná de besluitvorming. Mijn
leermeester professor Herman van Gunsteren schreef er een mooi essay over (Pleinburgers, Van Gennep, 2015). De
strekking is: wees blij met lastige burgers. Zij verdienen een reguliere plek
in het constitutionele bestel. Zij zijn ‘burgers in actie’ en geven zo een
kritische invulling aan hun burgerschap.
Gemeenteraadsleden
behoren niet zoals ‘pleinburgers’ de straat op te gaan om genomen besluiten te
herzien, want die besluiten hebben zij mede tot stand gebracht. Zij zijn als
fractie geen actiegroep. Een van de Westlandse raadsfracties is weliswaar onderdeel
van het politieke systeem, neemt deel aan beraadslagingen, laat zijn stem horen
en probeert te overtuigen, maar …. gaat áchteraf actie voeren tegen genomen
besluiten. Men zet een foeilelijke tent voor het gemeentehuis en beplakt de
ramen van het gemeentehuis met politieke leuzen. Grondwettelijk moet de overheid
neutraal zijn en dus moeten overheidsgebouwen neutraliteit uitstralen. Wat de
‘gewone’ Westlandse burger met dit gedrag opschiet blijft gissen.
Kortom, hindermacht buiten de democratische
orde. Leden van een raadsfractie zijn geen pleinburgers! Zij behoren hun volksvertegenwoordigende
opdracht als ‘burger met een speciale taak’ binnen het systeem uit te voeren. Gun
het buitenland maar zijn eigen, echte, pleinburgers!