Column: Een broedende kip en een hofboerderij

Een broedende kip stoor je niet. Een wijsheid die al jaren zijn waarde heeft bewezen. Niet in de Westlandse politiek, daar gelden andere regels. De Westlander vergelijkt zich graag met de Rotterdammer. Althans, dat staat in een voor Hagenaars als beledigend op te vatten artikel in het AD van gisteren (24 januari). Die Rotterdamse houding zou beter gecombineerd moeten worden met het politieke verstand van de Hagenaar (u ziet, generaliseren is geen kunst). Gelukkig ben ik (al bijna 25 jaar!) proud to be import from The Hague, dus ik ben ‘dubbel gezegend’ of eet van twee walletjes, om in spreekwoordelijke zin te blijven spreken.

Accommodatiebeleid staat al 10 jaar – onaangeroerd - op de politieke agenda. Er is kennelijk een VVD-wethouder voor nodig om hier een begin mee te maken en voorzichtig de opties te verkennen. Die opties werden de raadsleden gepresenteerd, het proces staat nog in de kinderschoenen en met alle betrokken verenigingen en organisaties moet nog gesproken worden.

Diverse partijen gingen uit van het voornemen van het college een van deze vele locaties, de hofboerderij in Wateringen, te verkopen. Een motie om deze hofboerderij als enige uit te sluiten van ‘veranderingen’ rijdt de betreffende wethouder aardig in de wielen, beperkt zijn handelingsvrijheid en banjert als de spreekwoordelijke olifant door de porseleinkast!

Gaandeweg de lange, lange raadsvergadering trok een van de partijen zijn steun aan die motie in - waarmee de meerderheid verviel -, maar niet nadat de betreffende fractie in zwaar weer was gekomen en de wethouder even verslapte. Het zal allemaal wel aan het bizarre tijdstip gelegen hebben, namelijk ver na middernacht, toen er al 6 uur vergadertijd op zat. 

Hoezo Rotterdamse mentaliteit?

In ieder geval is de uitkomst dat het in gang gezette accommodatiebeleid natuurlijk in overleg met de raad vorm wordt gegeven en heeft de wethouder kunnen denken: ‘ik hoor het u zeggen’. Het eindigde als een storm in een glas water. Genoeg spreekwoordelijke wijsheden. Vooruit, nog eentje dan, we blijven in de landelijke sfeer. Haantjesgedrag, daar blijven we ver van en laten dat beter over aan de partij die oppositie voert om het oppositievoeren.

Zoals gezegd, het is verstandig de broedende kip in rust zijn werk te laten doen, zeker ten aanzien van een boerderij in slechts één enkel dorp van het Westland. Er is daar – ook in de ogen van een geboren en getogen Haagse - nog meer moois te vinden.

Elly van der Wilk, raadslid